Interview met Aline van Wijnen, die elke dag schrijft

Aline van Wijnen schrijft iedere dag… op haar telefoon

Aline van Wijnen heeft verschillende feelgood boeken op haar naam staan, die verschijnen bij De Boekerij. In 2021 is haar eerste historische roman verschenen, Het geheime kistje van Elle. Aline vertelt uitgebreid over haar schrijfproces, hoe lang ze aan een boek werkt en geeft natuurlijk een schrijftip.

In ‘Het geheime kistje van Elle’ lopen twee tijdlijnen door elkaar. Hoe heb je dit aangepakt? Schrijf je bijvoorbeeld eerst alles in het heden, dan alles in het verleden?

Ik schrijf het liefst in het heden. Maar ik dit geval ging het juist om de verhaallijn in het verleden. Dat vond ik heel spannend om te doen. Ik schreef dus heel veel stukken in het heden, pas later ben ik heden en verleden door elkaar gaan verwerken in het manuscript. Toen werd het de volgorde zoals de lezer die in het boek vindt. Ik schrijf nu weer een historische roman en ik merk dat ik ook nu weer moeite heb om de historische tijdlijn te schrijven. Dat blijft spannend. Er zijn dus al heel veel stukken in het heden geschreven, maar er moet wel een evenwicht in komen.

Kan het dan ook zo zijn dat je nog moet bijschrijven? Dat er bijvoorbeeld nog te weinig is gebeurd in het verleden en je daar nog iets bij moet schrijven?

Uit ervaring weet ik dat ik vooral moet schrappen, haha. Tijdens het schrijven van de eerste versie sta ik niet stil bij de lengte van mijn hoofdstukken, hoe strak de dialogen zijn of de beschrijvingen wel of niet erbij passen. Ik gooi het verhaal eruit en denk pas later aan hoe het beter moet. Soms neemt het verhaal het van mij over. Dan wordt een personage dat een kleine rol zou hebben ineens een hoofdpersonage. Of wordt een Fransman een Ier. Dan gaat het verhaal echt voor mij leven en ontwikkelt het zich vanzelf. Ik schrijf ook puur op gevoel.

Als je zo op gevoel schrijft, kan het dan ook gebeuren dat er scenes in de boeken komen waarvan je denkt ‘ik wil eigenlijk niet dat dit zo gebeurt?’

Ja zeker. In Het geheime kistje gebeurden er dingen waarvan ik liever niet wilde dat ze gebeurden. Maar het moest wel, ik moest het zo opschrijven. Soms was dat heel zwaar. Na een bepaalde scene heb ik ook twee weken niet aan het verhaal gewerkt. Toen heb ik in de tussentijd een heel luchtige novelle geschreven. Die is in Flair gepubliceerd, dus dat was mooi meegenomen!

Heb jij dan altijd meerdere verhalen in je hoofd?

Er gebeurt heel veel in mijn hoofd. [lacht] Soms zeg ik iets tegen mijn collega’s en dan zeggen ze ‘hoe kom je hier nu bij?’ Het is rommelig in mijn hoofd, maar wel heel leuk. Soms ben ik met het schrijven van een boek bezig en dan komt er ineens een nieuw idee in mijn hoofd. Maar ik maak altijd eerst het verhaal af waar ik bezig mee ben. Sommige ideeën draag ik al jaren met me mee, maar dat zijn nog geen verhalen. Dan is de tijd er nog niet rijp voor. En soms krijgt een idee ineens voorrang, dan voel ik aan alles ‘dit verhaal wil ik nu gaan vertellen.’ Daarbij luister ik vooral naar mijn gevoel. Waar heb ik zin in, wat wil ik nu schrijven? Ik ga van de ene scene naar de andere. Soms schrijf ik eerst het einde, dan een stuk in het midden en dan pas het begin. Daar heb ik geen structuur in en dat werkt voor mij heel goed.

Hoe lang schrijf je ongeveer aan een boek?

Dat is heel verschillend. Het kistje schreef ik in zes maanden, maar dat schreef ik eigenlijk in een grote flow. Dat maak ik niet vaak mee. Over ‘Liefde met gebruiksaanwijzing’ heb ik negen maanden gedaan. Met mijn nieuwe boek, ook weer een historische roman, ben ik nu vier maanden bezig en ik ben ongeveer op de helft. Dus dat gaat wat langer duren. Tenzij ik alsnog in een flow kom, dan kan het ook zo zijn dat ik de rest van het verhaal in een maand schrijf. Gelukkig heb ik niet de druk van mijn uitgever dat er op een bepaald moment een boek moet zijn. Met een strakke deadline zou ik niet kunnen werken.

Jouw boeken verschijnen bij De Boekerij. Vragen zij jou om een boek in een bepaald genre?

Ik heb het ontzettend getroffen met hen. Er is geen druk, wat voor mij heel fijn is. Heb ik een manuscript af dan lezen ze wat ik aanlever. Is dat een goed verhaal, dan geven ze het uit. Ik ben bij hen begonnen als feelgood schrijver en toen kwam ik ineens met een historisch verhaal. Maar ook dat manuscript hebben ze met alle aandacht gelezen en uitgegeven. Dat is echt heel fijn. Ik denk dat als ik met een thriller aankom, ze daar ook naar kijken. Maar dat zal niet zo snel gebeuren, ik heb nog te veel ideeën voor historische romans en feelgood verhalen.

Jij schrijft op je telefoon heb je in andere interviews verteld. Hoe zorg je ervoor dat je niet afgeleid wordt door bijvoorbeeld social media?

Ik besteed veel te veel tijd aan Facebook hoor! [lacht] Maar ik heb twee telefoons. Ik heb een heel oude Nokia zonder internet en daar schrijf ik op. Schrijven is voor mij echt mijn passie, mijn vlucht uit de werkelijkheid. Niet dat mijn werkelijkheid zo vervelend is, helemaal niet! Ik vind het fijn om in het verhaal te zijn, om meerdere levens te kunnen leven. Ik moet er niet aan denken dat ik productie zou moeten draaien, die schrijvers ken ik ook. Met strakke deadlines, zoals een tekstschrijver ook heeft. Dat zou ik echt niet kunnen.

Doe je het onderzoek voor jouw boeken ook op je telefoon?

Aline van Wijnen op vakantie
Aline van Wijnen schrijft ook tijdens vakanties door.

Ook wel, maar meestal op mijn computer, net hoe dat beter uitkomt. Het onderzoek doen vind ik overigens ook heel erg leuk. Je leert er veel van. Eigenlijk ontdek ik samen met de personages wat er allemaal speelt. Ik had niet verwacht dat ik dit zo leuk zou vinden, omdat ik vooral wil schrijven. Daarbij kom ik in contact met mensen uit verschillende landen die ik vragen stel. Dat is ook leuk.

Hoe kies je de plaatsen waar de verhalen zich afspelen?

Het liefst ga ik naar de plekken toe waar het verhaal zich afspeelt, maar dat kan niet altijd. Als ik een feelgood schrijf, laat ik die vaak spelen op plekken die ik goed ken. Ik ben bijvoorbeeld vaak op Ibiza geweest, een prachtig eiland trouwens, waardoor ik de sfeer goed kan beschrijven. New York zou ik bijvoorbeeld niet gauw als setting voor mijn roman kiezen: ik ben er nooit geweest, dan is het lastiger om de sfeer goed te beschrijven. Met onderzoek doen kom je heel ver natuurlijk! Maar als het kan kies ik liever een plek waar ik ook heen kan gaan. Bij mijn nieuwe boek kon dat door corona niet. We hadden al plannen gemaakt om te gaan reizen, maar helaas.

Heb je dan niet gedacht ‘dan ga ik eerst maar een ander verhaal schrijven?’

Nee. Ik had heel sterk het gevoel dat ik dat verhaal moest vertellen. Ik heb veel verhalen in mijn hoofd, maar ze zijn nog niet ‘’rijp’’ om verteld te worden.  Als dat zover is, voel ik het direct. Als ik aan een verhaal begin, dan maak ik het altijd af. Daarna leg ik het een hele tijd weg. Dan herlees ik het en als ik zelf denk dat het een boekwaardig verhaal is,  dan laat ik het lezen aan mijn redacteur.

Wanneer komt jouw volgende boek uit denk je?

In 2023, denk ik. In 2021 zijn er van mij twee boeken uitgekomen. Dat vond ik eigenlijk te veel. Schrijven is mijn passie, maar als er een boek uitkomt, begint het ‘’werk’’. Daarmee bedoel ik schrijven en redigeren, maar ook de promotie. Dat is allemaal erg leuk, maar daardoor kun je niet schrijven. Dat mis ik dan. Een boek per jaar vind ik eigenlijk genoeg. Als er een nieuw boek uitkomt, is dat sowieso altijd spannend. Ik kan het verhaal dan wel mooi vinden, mijn redacteur kan er enthousiast over zijn, maar wat vinden de lezers ervan? Ik kijk regelmatig op Hebban en ook al heb ik geleerd dat iedereen een eigen mening heeft, een negatieve recensie blijft lastig. Ieder boek dat uitkomt voelt toch als je kindje dat je de wereld instuurt.

Hoe is jouw carrière als schrijfster begonnen?

In 2016 deed ik mee aan een schrijfwedstrijd, van uitgeverij Zomer & Keuning en tijdschrift Vriendin. Ik deed daarvoor wel mee aan ‘schrijfwedstrijden’, waar je dan daarna de bundel mag kopen waar je winnende verhaal in staat. Maar de wedstrijd van Zomer & Keuning was de eerste waar ik een heel manuscript voor instuurde. Dat was mijn toegang tot de schrijfwereld.

Maar ik schrijf al heel lang. Dagboeken, om het eerste liefdesverdriet achter me te laten. Later schreef ik ook gedichten. Toen ik op mijn 23e naar Nederland kwam, heb ik een tijd moeite gehad met schrijven. Mijn Nederlands was nog niet goed genoeg om in te schrijven, terwijl mijn Russisch steeds verder naar de achtergrond verdween. Toen heb ik tien jaar niet geschreven. Dat was heel zwaar, want schrijven is echt mijn uitlaatklep.

Wat is jouw belangrijkste schrijftip?

Vooral gaan schrijven, niet uitstellen. Veel mensen zeggen dat ze een boek willen schrijven en dat ze dat zullen doen als ze met pensioen zijn of met vakantie. We hebben allemaal een druk leven, maar als je elke dag een kwartiertje schrijft, dan heb je op een gegeven moment toch dat hele boek geschreven. Ook al typ je iedere dag even op je telefoon en zijn het maar een paar honderd woorden per keer. Zo blijf je in je verhaal en komt het verhaal tot leven. Gewoon doen is dus mijn eerste tip.

Daarnaast: veel lezen en de boeken van anderen analyseren. Niet om hun schrijfstijl te kopiëren natuurlijk, maar om te kijken hoe een verhaal opgebouwd wordt, wat je wel of niet goed vindt en wat er voor jou werkt.


Dank je wel Aline, voor je tijd en je eerlijke en mooie antwoorden! Het was een fijn interview, dat mij veel inzichten heeft opgeleverd. Inmiddels heb ik ook een van je feelgoods gelezen en ook daar heb ik ontzettend van genoten. Hopelijk tot een volgende keer!